Kerkuilenwerkgroep

Kerkuilen werkgroep

Wie is de kerkuil?

De kerkuil is een bewoner van (half-)open landschappen, bij ons veelal het boerenland. Hij vestigt zich graag in gebouwen zoals schuren of kerktorens. Daar zoekt hij rustige, donkere schuilhoekjes als roestplaats voor overdag en als nestplaats. Kerkuilen leiden een teruggetrokken leven en worden als het donker is actief om in het open veld te jagen op vooral veldmuizen. Ze zijn in het algemeen plaatstrouw en gevoelig voor winters met langdurige vorst en sneeuw.

Het meest kenmerkend is de hartvormige gezichtssluier van de kerkuil. Deze varieert van helder wit tot bruinachtig wit. Dat hangt samen met de in Europa voorkomende ondersoorten. De in Zuid- en delen van West-Europa voorkomende ondersoort heeft een zuiver witte tot licht gevlekte onderzijde. In Nederland komt overwegend de ondersoort voor met een geelbruine en gespikkelde onderzijde.

Waarom beschermen we de kerkuil?

De kerkuil is een prachtige nachtvogel die sinds enkele jaren qua aantal weer terug is op het peil van vóór 1963. In dat jaar werd Nederland getroffen door een strenge winter met langdurige sneeuwval waarbij veel kerkuilen door honger en uitputting het leven lieten. Waarschijnlijk waren er nog maar een honderdtal kerkuilen in Nederland. Ook was er steeds minder nestgelegenheid omdat kerktorens en molens met gaasdraad (voor duiven!) ontoegankelijk werden gemaakt. Vanaf dat moment moest er extra aandacht aan deze vogel worden besteed.

Hoe ziet de kerkuil er uit?

Wat doet de werkgroep om de kerkuilen te beschermen?

De leden die actief zijn in de kerkuilenwerkgroep hebben in de loop der jaren veel nestkasten geplaatst (75 nestkasten). Ieder jaar vanaf begin juni wordt een avondbezoek gebracht aan de locatie waarbij de kast wordt gecontroleerd. De meeste kerkuilen hebben rond deze tijd al jongen en dan is de kans op verstoring van het broedsel zeer klein. Wanneer er een broedgeval wordt aangetroffen kan in overleg met de huiseigenaar een afspraak worden gemaakt om de jonge uilen te laten ringen door een officiële ringer.

In het telgebied van de kerkuilenwerkgroep worden ongeveer 15 kasten in meerdere of mindere mate bezocht door kerkuilen. Een aantal hiervan levert jaarlijks een broedgeval op waarbij het aantal uitgevlogen jongen afhankelijk is van het aanbod van prooien (muizen) in dat jaar. In een ‘goed muizenjaar’ kan een kerkuilpaartje zelfs twee broedsels grootbrengen. De resultaten van het broedseizoen worden provinciaal en landelijk bijgehouden.

De controleurs van onze nestkasten zijn Rian en Frank Meeuwissen en Nellie en Jacques Cuijpers. De resultaten van de afgelopen jaren zijn als volgt:

  • Jaar 2017: 59 jongen zijn uitgevlogen
  • Jaar 2018: 53 jongen zijn uitgevlogen
  • Jaar 2019: 90 jongen zijn uitgevlogen
  • Jaar 2020: 18 jongen zijn uitgevlogen
  • Jaar 2021: 47 jongen zijn uitgevlogen
  • Jaar 2022: 0 jongen zijn uitgevlogen (extreem slecht muizenjaar)

Mocht u in de buurt van Nederweert, Ospel, Leveroy, Schoor, Roeven of Nederweert-Eind een waarneming hebben gedaan van kerkuilen dan stellen wij het zeer op prijs als u dit aan ons doorgeeft.

Vragen over de activiteiten van onze kerkuilenwerkgroep?

Neem contact op met onze kerkuilencoördinator: Peter Ekers (06 – 254 91 414).